Het verbond
Ik heb het in mijn bol. Ik zou wel willen huppelen. Springen, dansen en nét iets te hard praten. Wat is het leven leuk als er onverwachts zoveel moois op je pad komt. Ik neem toch een meer gepaste tred aan, met een flinke glimlach weliswaar, afgemaakt met een ogenschijnlijke kalmte. Ik bevindt mij namelijk nog op een plek waar mijn lichtvoetig enthousiasme niet bepaald gepast is.
De hele week blijf ik uitzonderlijk hoog in mijn energie. Heerlijk licht is het daarboven. En de energie moet er toch ergens uit. Dus ik knal door mijn week. Ik spreek af, initieer, organiseer, maak schoon, plan, doe leuke dingen, zoek nog even een ditje en een datje uit, regel óók nog even dat ene klusje. Bovenal neem ik vooral geen rust. Rust? Het leven lacht mij toe. Al dat rusten, de dagschema´s en het rekeningen houden met. Dát is iets uit tijden die achter mij liggen. Nu? Nu is het spannend, bruis ik mee met de kriebels in mijn buik. Ik moet vooral DOEN.
Hoewel ik inmiddels uit ervaring weet hoe de drie R´en mijn leven hebben verbetert, ga ik niet goed samen met mate. Mooi is prachtig. Stom is verschrikkelijk. Laat ik zeggen dat ik zowel van de grote hoogten als van de diepe dalen ben. Eventjes was ik dus de kleine lettertjes in het verbond dat ik sloot met mijn trouwe metgezel vergeten. De kleine lettertjes, waar bewust de rust, reinheid en regelmaat dikgedrukt stonden. Als jij rekening houdt met mij, dan hou ik rekening met jou.
Natuurlijk werd er een paar keer hard op de deur geklopt. Dwars door mijn dolle enthousiasme en euforie heen. Doof was ik, door al het feestgedruis. Pas toen ik mijn tintelende gezicht aandacht schonk en steeds vaker mijn tijd horizontaal doorbracht, hoorde ik in de verte een dwingend gebonk. Oeps. Schoorvoetend deed ik dan toch maar open. Het lukte net om een schamele verontschuldiging over mijn lippen te krijgen; ´Ik moet nog altijd wennen dat ik je ook in verrukkelijke tijden moet betrekken´, fluisterde ik licht beschaamd.
Zoet en bitter heb ik nooit met plezier gecombineerd.